-
Thuis inloggen
Ik heb thuis een NAS van Synology, die deels bereikbaar is vanaf het internet. Soms wil ik een van de apparaten op mijn thuisnetwerk bereiken die dat niet zijn. Ze kunnen zelf wel verbinding maken met het internet, maar andersom is niet direct mogelijk.
-
24 december: Kertasníkir
De dertiende was Kaarsenbietser,
- het was koud,
als hij niet de laatste was
op kerstavond.Hij achtervolgde de kleintjes
lachend zo blij en fijntjes,
terwijl ze door de tuin
dartelden met hun kaarsjes.In de kerstnacht zelf,
- zo zegt een wijs man, -
hielden de jongens zich in
en staarden ze naar de lichtjes.Daarna, een voor een, vertrokken ze weer,
dwars door vrieskou en sneeuw.
Met Driekoningen1 ging
de laatste van het stel.Al lang geleden heeft de sneeuw
hun voetafdrukken laten vervagen.
Maar uit de herinneringen
ontstaan beelden en liederen.-
Driekoningen heet Þrettándin - “de Dertiende” - in het IJslands. ↩
-
-
23 december: Ketkrókur
Vleeshaak, zo heette de twaalfde,
had vele talenten.
Hij stampte door het veld
op Thorlaksmis.Hij gapte vaak wat vlees,
maakte niet uit wat.
Maar soms was zijn haak
nét iets te kort. -
22 december: Gáttaþefur
De elfde was Deursnuffelaar
- nooit was hij verkouden,
ook al had hij zo’n gevoelige
en lachwekkend grote neus.Hij ving al van verre
de geur op van bladbrood,
en licht als rook,
rende hij erheen. -
21 december: Gluggagægir
De tiende was Glazengluurder,
een grijze gluiperd,
die naar de ramen sloop
en naar binnen loert.Als er binnen iets was
wat hem beviel,
kwam hij meestal later
terug om het te halen. -
20 december: Bjúgnakrækir
De negende was Worstensnaaier,
een sluw en snel.
Hij klom op de spanten
en begon z’n plundering.Op een dwarsbalk in de keuken,
in roet en rook
at hij de hangende worsten,
alsof er niets aan de hand is. -
19 december: Skyrjarmur
Skyrschrokker, de achtste,
was een enge bul.
Hij beukte op het skyr-vat,
totdat het deksel erop brak.Toen boog hij zich erover
en begon te schrokken,
totdat kreunend en zuchtend
alles schoon op was. -
18 december: Hurðaskellir
De zevende was Deurenknaller.
Zo was behoorlijk duidelijk,
dat wanneer in de schemering
de mensen een dutje wilden doen,hij er niet bijzonder
overstuur van was,
hoe hard de deur kraakte
in de scharnieren. -
17 december: Askasleikir
Nummer zes, Schalenlikker
was altijd opgefokt.
Vanonder de bedden
stak hij zijn lelijke hoofd.En wanneer de schalen neergezet werden
voor kat en hond,
slingerde hij zich erheen om ze te vangen
en ze leeg te likken op de grond. -
16 december: Pottaskefill
De vijfde Pottenschraper,
was een merkwaardige kerel.
Wanneer de kinderen de korstjes kregen,
klopte hij op de deur.Ze renden om te kijken
of de gast er al vandoor was.
Dan haastte hij zich naar de potten
en haalde zijn goede prijs. -
15 december: Þvörusleikir
De vierde, Lepellikker
was vreselijk dun.
En oh, wat was hij blij,
als de kok even vetrok.Dan haastte hij zich als de bliksem
om de lepel de grijpen,
en hield haar met beide handen,
omdat ze soms glad was. -
14 december: Stúfur
Kleintje was nummer drie,
een mannetje kort van stuk.
Hij laat geen kans onbenut
voor een veeg uit de pan.Terwijl hij ermee vandoor gaat,
schraapt hij er nog wat stukjes uit,
een beetje aangebrand misschien,
langs de rand, hier en daar.