Categorie: Taal

  • Engelse ziekte

    Ohhh, de Verkiezing van de Spatie van 2007! Met juweeltjes als ‘systeem fout geconstateerd’, ‘software matig’ en ‘naakt model tekenen’.

    Zie je hier niets bijzonders aan, dan heb je waarschijnlijk de mysterieuze, maar erg besmettelijke Engelse ziekte te pakken.

    Het gebruik van dit Deppenleerzeichen zoals onze oosterburen hetzelfde verschijnsel noemen slaat door de anglicalisering van onze taal wild om zich heen en levert naast een hoop vermakelijke taalblunders ook een hoop onbegrip op.

    Want is het nou een zware doos (al dan niet) gevuld met spullen of is het een stevige doos, speciaal gemaakt voor zware spullen?

    Lees verder
  • Schrijf je "Ijsland" of "IJsland"?

    Het antwoord van de Nederlandse Taalunie:

    Juist is IJsland. Als een woord dat met een ij begint met een hoofdletter moet worden geschreven, moet de ij in zijn geheel in hoofdletters worden gezet.

    De redenering is niet te begrijpen, want het is – zoals de regel is in de Nederlandse taal – een uitzondering.

    De oer-Nederlandse letter ij (ligatuur van i en j) is voortgekomen uit ii (net als we – ook typerend voor de Nederlandse taal – de digrafen ee, aa, oo en uu kennen), met als uitspraak ie. In het Fries bestaat de ii nog als zodanig en komt daar voor waar wij een ij schrijven (zie tijd – tiid) en wordt de ij niet algemeen gebruikt (in frije tiid zijn de i en j deel van twee aparte lettergrepen).

    In de middeleeuwen werd in handschriften de i gewoonlijk zonder punt geschreven (ı), zodoende leverde dat ıı op. Vanwege mogelijk verwarring met de letter u in handschriften (ıı vs. u) is besloten de tweede i te verlengen tot ıȷ. Na verloop van tijd werd dit dus een j en zodoende was de nieuwe digraaf ij ontstaan.

    Algemeen worden ligaturen als geheel gekapitaliseerd, zoals æ / Æ en œ / Œ. Daarom dus ook ij / IJ. Inmiddels is IJ geen echte ligatuur meer, maar twee losse letters geworden.

    Dus nou wil ik geen Ijslands (uitspraak zoals het IJslandse Ísland?) meer zien he :P

    Opmerking: Als je dit bericht leest vanaf de planet, klik dan even door, want diens webfeed verbouwt het zodanig dat een en ander slecht of zelfs totaal niet overkomt.

    Lees verder
  • Zijn gedachten en denken taal-abstract?

    Zomaar een gedachte die ik vandaag had: Denken we in een bepaalde taal of denken we alleen maar dat we in een bepaalde taal denken?

    Als ik zelf over iets nadenk ben ik me er ook altijd van bewust dat ik dit in een specifieke taal lijk te doen, afhankelijk van de context kan dat Nederlands, Engels of Duits zijn. Ik denk dat er ook wel figuren zullen rondlopen die direct in wiskundige constructies kunnen denken, wat erg praktisch zou kunnen zijn.

    Daarom vraag ik me eigenlijk ook wel af of het mogelijk zou zijn om te denken zonder taal en natuurlijk vooral hoe dat dan moet. Soms is een gedachte immers niet in taal te bevatten en moet je dan genoegen nemen met het idee wat beperkt is door de taal?

    Als het ooit mogelijk zou zijn iemands gedachten te extraheren, wat levert ons dat dan op, een geschreven verhaal in de taal van de gedachte of een abstracte constructie wat op een willekeurige taal kan worden toegepast worden?

    Het enige alternatief lijkt te zijn dat gedachten worden opgeslagen in de taal waarin ze gemaakt zijn. Dat is niet erg handig, want dan moeten ze dus steeds eerst vertaald worden om hergebruikt te worden in een gedachte in een andere taal.

    Met deze Nederlandstalige overpijnzing kondig ik aan dat ik op dit blog voortaan alleen nog maar in het Nederlands zal schrijven. Ik vind ten eerste Nederlands een mooiere taal en tweedens is er al voldoende in het Engels te vinden op het web. Mijn lezers voor zover ik ze heb kunnen bovendien allemaal prima Nederlands lezen.

    Lees verder
  • The genitive is in grave danger

    Indo-European languages all had this beautiful case system with at least four base cases, nomenative, accusative, dative and genitive (which is the Icelandic order) and usually a few more.

    In many languages however, including Dutch, those cases have almost completely disappeared. We have remnants of cases in our personal pronouns (ik (nom.), mij (acc.), mijn (dat./gen.)), put ‘s’ behind words to indicate ownership (i.e. a simple genitivus form) and do weird things (they’re in fact inflections) with adjectives (“sometimes” add ‘e’ suffix), but otherwise they’re completely gone.

    In some languages which still have cases, such as German and Icelandic, the genitivus tends to disappear slowly in favor of a construction using the dativus.

    Der Dativ ist dem Genitiv sein Tod is an example of a sentence which doesn’t use the genitive but the dative instead, and becoming more and more common in spoken language. It is already pretty common to use this construction in Dutch (“De dativus is de genitivus zijn dood”) and now look what this language has become! The sentences “Der Dativ ist der Tod des Genitivs” or even “Der Dativ ist des Genitivs Tod” say exactly the same and are more aestetically pleasing.

    In Icelandic the genitive is used extensively for creating adjectives out of nouns: “Ráðhúsið Reykjavíkur” (City Hall of Reykjavik), “Flugstöð Leifs Eiríkssonar” (Leifur Eiriksson Airterminal). However, here also the genitive is threatened by the dative in the sense that they will probably merge somewhere in the next 200 years.

    As a citizen of a case-deprived country I would like to say to those lucky enough to still have them: Save and protect them!

    And to those living in case-deprived countries having to learn a highly inflectional language: There will be a day when the penny drops and all of a sudden it just comes naturally, believe me.

    Lees verder